Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) zet zich in voor een gezonde bevolking in een gezonde leefomgeving. Dit doen we via onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar gezondheid, zorg, milieu en veiligheid. Daarnaast zijn we een betrouwbare adviseur voor de samenleving. Zo geeft het RIVM voorlichting en ondersteunt het professionals en overheden.
Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) is vanuit Bureau GGO betrokken bij het beoordelen van de veiligheid van GGO’s. Voordat met GGO werkzaamheden begonnen mag worden moet met een risicobeoordeling worden aangetoond dat de activiteit veilig is. Op basis van het soort werkzaamheden volstaat een kennisgeving of verstrekt het RIVM een vergunning.
Door de kennis over de risicobeoordelingen en door de vergunningverleningstaken heeft het RIVM goed zicht op de biotechnologie activiteiten die in Nederland plaatsvinden. Wat zijn de nieuwste ontwikkelingen? En wat zijn de (potentiele) risico’s hiervan. Met deze kennis heeft het RIVM een belangrijke signalerende taak en daardoor ook een adviserende taak richting de verschillende ministeries. Uitgangspunt hierin is dat de gezondheid van burgers, werknemers en het milieu niet in gevaar mogen komen. Telkens wordt bekeken wat de ontwikkeling betekent voor gezondheid, milieu, duurzaamheid en veiligheid.
Om die de veiligheid zo veel mogelijk te waarborgen, houdt het RIVM zich bezig met de effectiviteit van het wettelijke toetsingskader, stimuleert het de bewustwording hierover bij onderzoekers en denkt het mee over de implementatie van veiligheidsaspecten in de praktijk. Inhoudelijk focust het RIVM zich vooralsnog op de nieuwe biotechnologische technieken waarmee het DNA kan worden aangepast (genoom- of genexpressie).
Kansen en risico’s moeten zorgvuldig worden afgewogen. Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) doet dit door de nieuwste ontwikkelingen te volgen, diverse stakeholders te consulteren, actief deel te nemen aan (internationale) overlegorganen en door beleidsmakers te adviseren. Per geval wordt goed afgewogen wat het oplevert en wat mogelijke risico’s zijn voor mens en milieu.
Moderne biotechnologie biedt veel kansen, maar roept ook ethische vragen op. Hoever mag je bijvoorbeeld gaan bij het aanpassen van het genoom van organismen? Mogen bevruchte eicellen aangepast worden om erfelijke ziekten uit te bannen? Zorgvuldig omgaan met dergelijke technieken is van groot belang.