Nieuwe ontwikkelingen in de industriële biotechnologie kunnen een grote bijdrage te leveren aan de circulaire economie, omdat ze onze afhankelijkheid van fossiele grondstoffen kunnen verminderen. Een voorbeeld hiervan is de productie van plastic of chemische stoffen uit biomassa of andere hernieuwbare bronnen. Bij het ontwerpen van deze materialen is het belangrijk om rekening te houden met de veiligheid en duurzaamheid ervan.

In deze studie hebben we verschillende mensen die werken aan innovatie of beleid in de industriële biotechnologie geïnterviewd. We hebben hiermee onderzocht hoe wetgeving, cultuur en de markt de kansen van industriële biotechnologie om bij te dragen aan de transitie naar een circulaire economie beïnvloeden.

Uit de resultaten van deze studie komt naar voren dat duurzaamheidswetgeving, GGO (Genetisch Gemodificeerde Organismen) wetgeving, overheidsbeleid en maatschappelijke weerstand de vroege onderzoeks- en ontwikkelingsfasen van nieuwe toepassingen kunnen belemmeren en de toegang van duurzame industriële biotechnologie tot de Europese markt lijken te vertragen.

Tegelijkertijd lijkt er een verschuiving te komen. Bedrijven en maatschappelijke organisaties gaan beter om met de spanningen tussen veiligheid en duurzaamheid. Ze benadrukken openlijker de duurzaamheidsvoordelen van het gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen ten opzichte van de potentiële risico's voor de veiligheid van het milieu en de mens. Daarnaast begint in Europees beleid en wetgeving de noodzaak erkend te worden van een geïntegreerd beleid dat de behoeften op het gebied van veiligheid, duurzaamheid en circulariteit op elkaar afstemt.

Meer informatie

Dit onderzoek is uitgevoerd binnen het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) onderzoeksproject DIRECT in samenwerking met het Athena Instituut van de Vrije Universiteit van Amsterdam (VU Vrije Universiteit Amsterdam (Vrije Universiteit Amsterdam)). Het artikel kunt u hier downloaden.