Gene drive is een van de nieuwste ontwikkelingen in de biotechnologie waarmee organismen kunnen worden aangepast. De techniek kan belangrijke innovaties mogelijk maken, maar kan ook schadelijke gevolgen hebben voor mens en milieu. Om dit goed te kunnen uitzoeken, heeft het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) met enkele Europese kennisinstituten een risicobeoordeling ontwikkeld voor gene drive organismen in een laboratorium. Bij deze vorm wordt de techniek nog niet in het milieu geïntroduceerd. De resultaten zijn in maart 2018 gepubliceerd in het tijdschrift Applied Biosafety.

Veiligheidsmaatregelen

In het artikel staat beschreven hoe de risicobeoordeling moet worden uitgevoerd en welke maatregelen nodig zijn om veilig in het laboratorium te kunnen werken. Dit zijn maatregelen voor de inrichting van het laboratorium en werkvoorschriften voor het veilig werken zodat de organismen niet kunnen ontsnappen. De beschrijving is bedoeld voor onderzoekers, bio-veiligheidsfunctionarissen en controlerende instanties. 

 

Met een gene drive wordt een genetische eigenschap ingebouwd die een bestaande eigenschap in een populatie kan uitschakelen, kan veranderen of een nieuwe eigenschap kan toevoegen aan het DNA van een organisme. Deze eigenschap verspreidt zich snel en mogelijk blijvend in een hele populatie van een organisme [meer lezen zie https://biotechnologie.rivm.nl/genedrives]. Op deze manier kunnen bijvoorbeeld insecten zodanig worden aangepast dat ze geen ernstige ziekten meer verspreiden. Het kost nog veel onderzoek voordat een bruikbare toepassing beschikbaar is.

Aangepaste regelgeving

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW  Infrastructuur en waterstaat ( Infrastructuur en waterstaat )) heeft in 2016 het advies van het RIVM overgenomen dat deze werkzaamheden alleen mogen worden uitgevoerd als daarvoor een vergunning is afgegeven. Dit maakt het mogelijk om per geval te beoordelen welke maatregelen nodig zijn om de risico’s voor mens en milieu verwaarloosbaar klein te houden. De vergunning moet bij Bureau ggo worden aangevraagd.

Een onderdeel van de vergunningaanvraag is de risicobeoordeling. Uitgangspunt is de huidige methode van risicobeoordeling van ggo’s. Deze is vooral gericht op mogelijke ziekmakende effecten. Voor de risicobeoordeling voor gene drives is deze methode aangepast zodat ook risico’s van de verspreiding van gene drives in het milieu kunnen worden beoordeeld.

Ga naar de website van Bureau ggo om meer te lezen over de veiligheidsmaatregelen die getroffen moeten worden bij onderzoek naar gene drives.