Publiekssamenvatting

Genetisch gemodificeerde micro-organismen zijn in de toekomst mogelijk een alternatief voor chemische gewasbeschermingsmiddelen.
Met behulp van genetische modificatie worden eigenschappen van micro-organismen toegevoegd of verbeterd, waardoor ze breder
toepasbaar zijn dan ‘gewone’ microbiële middelen. Zo kan een bacterie Bacillus thuringiensis na een aanpassing een extra gifstof produceren
van een verwante stam. Dan kan hij niet alleen schadelijke rupsen bestrijden maar ook een schadelijke vlieg. Ook kan het organisme
zodanig aangepast worden dat het zijn werkzaamheid onder ongunstigere klimatologische omstandigheden behoudt. Tot nu toe
worden maar een paar middelen buiten Europa gebruikt.

Nederland wil erop voorbereid zijn als bedrijven een toelating voor dergelijke middelen tot de Europese markt aanvragen. Uit onderzoek
van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) blijkt dat de huidige Europese wettelijke instrumenten toereikend zijn om de veiligheid van dergelijke producten te garanderen.
Europese wetgeving dekt de milieuveiligheid, de veiligheid voor omwonenden van landbouwgebieden en voor werknemers volledig af.
Ook de belangrijkste aspecten voor voedsel- en veevoederveiligheid worden door Europese wetgeving afgedekt.

Een uitzondering hierop is de hypothetische casus dat de samenstelling van een voedsel- of veevoederproduct wordt veranderd door een
genetisch gemodificeerd microbieel gewasbeschermingsmiddel. Dit kan het geval zijn wanneer een genetisch gemodificeerd micro-organisme als
gevolg van de modificatie invloed heeft op stofwisselingsprocessen in een plant waardoor allergene of giftige stoffen worden gevormd. Deze
stoffen zouden dan in de voedsel- en veevoederproducten kunnen zitten, geconsumeerd kunnen worden en daardoor schadelijk zijn voor
mens en dier. Hier zijn echter nog geen concrete voorbeelden van bekend. Voorgesteld wordt om, mochten er aanwijzingen zijn dat een
plant gifstoffen of allergenen kan produceren als gevolg van de interactie met het genetisch gemodificeerd micro-organisme, dit van
geval tot geval in de risicobeoordeling mee te wegen.