• Klassieke biotechnologie: duizenden jaren oud. We gebruiken schimmels of bacteriën om eten te maken (brood, wijn).
  • Moderne biotechnologie: een halve eeuw oud. We grijpen in het DNA van een organisme in om specifieke eigenschappen toe te voegen of te verwijderen.
  • Nieuwste ontwikkelingen: circa 10 jaar oud. We vervangen grote stukken DNA, ontwerpen zelf stukjes DNA (circuits), doen aan precisie aanpassingen in het DNA, en we denken na over het veranderen van hele soorten.

Aan de basis van al het leven om ons heen staat een universele codetaal: DNA. In het DNA zijn de erfelijke eigenschappen van een organisme vastgelegd. DNA komt in alle cellen van àlle levende wezens voor.

Sinds 50 jaar kunnen we stukjes van deze code vervangen of het genoom - dat is al het DNA van een organisme, zoals een plant, bacterie of dier - aanpassen. Zo kunnen we eigenschappen van zo'n organisme veranderen. We kunnen bijvoorbeeld het DNA van een bacterie zodanig aanpassen dat deze insuline produceert. Of we kunnen het DNA van gewassen veranderen zodat ze resistent zijn tegen insectenvraat, extra voedingsstoffen produceren of ongevoelig worden voor droogte . Ook kunnen we ziekmakende fouten in het DNA van mensen opsporen en verwijderen. Zo kunnen we therapieën maken die de gevolgen van een mutatie bestrijden. Dit wordt ook wel gentherapie genoemd.

Onze kennis over DNA en wat het precies doet is de laatste decennia enorm gegroeid. Door het gebruik van computers en robots is het werken met DNA in een lab veel makkelijker en sneller geworden. Hierdoor ontstaan nieuwe biotechnologische technieken steeds sneller. Het lezen van DNA (sequencen) was eerst nog traag en kostbaar, maar is nu standaard in het lab. Ook kunnen we zelf stukken DNA schrijven (DNA synthese), zelf DNA ontwerpen, en heel gemakkelijk ergens in het genoom een verandering aanbrengen, zelfs op meerdere plekken tegelijk. Ook kunnen we gericht de DNA-code in- en uitschakelen zonder het DNA zelf kapot te maken (epigentica, RNAi). We zijn zover dat we hele soorten kunnen aanpassen (gene drive). Steeds geavanceerdere toepassingen worden bedacht, ontwikkeld en op de markt gebracht.