Publiekssamenvatting

Gene drives zijn genetische eigenschappen die zodanig in het DNA van een organisme zijn ingebouwd dat ze aan alle nakomelingen worden doorgegeven, in plaats van aan een deel. Dit werkt ook door in de volgende generaties. Vooral als organismen zich snel voortplanten, kan deze eigenschap zich snel en blijvend in een hele populatie van een organisme verspreiden. Dit kan tot belangrijke innovaties leiden, maar gaat ook gepaard met zorg. Uit een analyse van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) blijkt dat de huidige methoden voor het beoordelen van de risico's voor mens en milieu voor de effecten van gene drives onvoldoende geschikt zijn. Het RIVM adviseert daarom om alle toepassingen van gene drives in laboratoria expliciet onder de vergunningplicht van de ggo-wetgeving te brengen. Een melding volstaat niet.

Wettelijk gezien is een organisme met een gene drive een genetisch gemodificeerd organisme (ggo), waarvoor in Nederland een vergunnings- of meldingsplicht bestaat. Er mag alleen met ggo’s worden gewerkt als de risicobeoordeling laat zien dat de risico’s voor mens en milieu verwaarloosbaar klein zijn.

De huidige beoordelingsmethode is niet of ten dele toegesneden op ggo’s met een gene drive, omdat onvoldoende rekening wordt gehouden met de snelle en blijvende verandering van de hele populatie. Ook kan in incidentele gevallen een gene drive per ongeluk ontstaan doordat onderzoekers genetische componenten onbedoeld zodanig toepassen dat een gene drive wordt gevormd.

Verder beveelt het RIVM aan de huidige regelgeving zo aan te passen dat het niet langer mogelijk is om onbedoeld een gene drive te maken. Verder kan een vergunning uitsluitend verleend worden als de benodigde gegevens beschikbaar zijn en daarmee alle vragen uit de risicobeoordeling kunnen worden beantwoord. Hiermee is een veilige toepassing van organismen met een gene drive geborgd en groeit kennis over de werking en de gevolgen van een gene drive. Ten slotte is een internationale aanpak gewenst omdat het kan gaan om organismen en mogelijke effecten op mens en milieu die zich over de landsgrenzen heen kunnen verspreiden.

Een voorbeeld van een mogelijke toepassing van een gene drive is een malariamug die door genetische aanpassing geen parasiet meer kan overdragen. Hierdoor kan deze eigenschap zich snel in de muggenpopulatie verspreiden en kan malaria eenvoudiger bestreden worden.